Synagoge van Zwolle
Gebouw

De synagoge van Zwolle aan de Samuel Hirschstraat is aan het eind van de 19e eeuw gebouwd in opdracht van de Joodse Gemeente, die toen ca. 600 leden telde. Op deze pagina vindt u achtergrondinformatie over de totstandkoming van de synagoge en haar betekenis als architectonisch monument.

De oude synagoge
Van 1757 tot 1899 diende het huis "Juffrou Schilders Huysen" genaamd, staande in den Broeren, als synagoge voor de Zwolse joden. Het gebouw (nu restaurant De Librije) is echter al die tijd eigendom van de burgerlijke gemeente gebleven. Deze oude synagoge begon aan het einde van de 19e eeuw sporen van verval te vertonen. Zij werd bovendien te klein om de groeiende joodse gemeente te kunnen bevatten. En door het Zwolse "hoge water" kwam het gebouw van tijd tot tijd geïsoleerd te liggen. Daarom werd besloten een nieuwe synagoge te bouwen.

De bouw van de nieuwe synagoge
In 1892 werden vijf percelen aangekocht, gelegen aan de toenmalige Schoutensteeg (later Schoutenstraat genoemd) tegenover de Nieuwe Markt. Op 4 november 1897 deed de Zwolse architect F.C. Koch bij B. en W. van Zwolle de aanvraag voor de bouwvergunning. Bij zijn brief had hij een schetsontwerp gevoegd voor een synagoge met kostershuis. Dit schetsontwerp bevindt zich nog in het stadsarchief van Zwolle en bestaat uit een plattegrond van de begane grond en de eerste verdieping en uit een tekening van de voorgevel en de achterkant van het gebouw.

B. en W. verzochten vervolgend de stadsarchitect dit plan te bestuderen, en in zijn antwoord, gedateerd 12 november 1897, bericht deze aan B. en W.: "Naar mijne mening kan het ingezonden bouwplan worden goedgekeurd en de vergunning tot dezen bouw (…) worden verleend". Vijf dagen later werd de vergunning afgegeven. Daarna volgde op 25 januari 1898 de aanbesteding. De gunning viel ten deel aan de aannemer L. Meyer Jr., waarna de bouw kon beginnen. Anderhalf jaar later in juli 1899 was het gebouw gereed.

De inwijding
Op vrijdag 21 juli 1899 werd de synagoge aan de huidige Schoutenstraat plechtig ingewijd in aanwezigheid van deputaties uit de colleges van Gedeputeerde Staten van Overijssel en Burgemeester en Wethouders van Zwolle. Door de hele synagoge waren extra stoelen aangebracht, omdat veel niet-joodse Zwollenaren de dienst bijwoonden. In de toenmalige Provinciaalse Overijsselsche en Zwolsche Courant verscheen een uitgebreid verslag over deze bijeenkomst. En een plaquette aan de wand van de synagoge herinnert nog aan deze gebeurtenis: het (joodse) stichtingsjaar 5659 en de leden van het toenmalige kerkbestuur staan erop vermeld (zie foto).

Het bouwplan
Het schetsplan van F.C. Koch uit 1897 is vrijwel ongewijzigd uitgevoerd bij de uiteindelijke totstandkoming van het gebouw. Zoals gebruikelijk bij synagogebouw is het gebouw oost-west georiënteerd. De ark, de kast met de Torarollen, bevindt zich aan de oostkant van het gebouw. Dit is ook de zijde waarnaar men zich richt bij het gebed. Het is de richting naar Jeruzalem. De ingang van de synagoge bevindt zich aan de westzijde.

Als we het interieur van het gebouw beschouwen, dan zien we dat dit bestaat uit een eenbeukig schip, afgesloten aan de oostzijde door een absidiale ruimte waarin vijf vensters zijn uitgespaard. In deze absidiale ruimte bevindt zich de ark (zie foto), die de bijzonderheid heeft dat hij van boven open is, waardoor het daglicht er via de vensters vrij invalt. Voor de ark hangt het voorhangsel. Vanuit de zaal leidt hier een statige trap naar toe. Voor de traptreden bevindt zich een lessenaar, amoed genaamd, voor de voorzanger en wat verder in het schip geplaatst bespeurt men de fraaie eikenhouten biema, de verhoging waarop de lezing uit de Tora plaats vindt.

Tegen de noord- en zuidwanden zijn de banken geplaatst, oorspronkelijk ook langs de westwand. Tegen de westwand bevindt zich een balkon. Vanaf dit balkon, de zogenaamde vrouwengalerij, hadden de vrouwen de mogelijkheid de diensten bij te wonen. Het huidige hekwerk langs de gaanderij werd eerst in 1920 aangebracht overeenkomstig de wens van de toenmalige opperrabbijn, de heer S.J.S. Hirsch, die het oorspronkelijke hekwerk niet hoog genoeg vond.

De synagoge is ca. 25 m lang en 14 m breed. De zijmuren zijn ca. 10 m hoog en het dak stijgt tot ca. 15 m. De voorgevel wordt, afgezien van de aanbouw van de kosterswoning, gedomineerd door het grote dubbele venster met roosvenster, gebouwd in gotische trant. Daaronder bevindt zich de hoofdingang. Toegang tot de vrouwengalerij verkrijgt men via het portiek aan de noordzijde, gebouwd tegen de woning aan, en via een ingang aan de zuidzijde. Ter rechterzijde van de hoofdingang zien we nog een raam partij, waarboven in Hebreeuwse letters het laatste deel van Jesaja 56:7 is aangebracht: "Want mijn huis, een huis van gebed wordt het genoemd voor alle volken" (zie foto).

De plaats van de Zwolse synagoge in de 19e-eeuwse architectuur
Als we het interieur en de voorgevel van het gebouw bestuderen, doet zich al snel de gelijkenis voor met de christelijke kerkelijke bouwkunst. Dit geldt vooral voor de absidiale ruimte waarin de ark, de kast voor de Tora-rollen, is ondergebracht. Ook vertoont het grote venster boven de hoofdingang sterke overeenkomsten met het gotische kerkraam (zie foto). Duidelijk is dat de architect sterk werd beïnvloed door het in de 19e eeuw gangbare eclectisme. Hierbij liet men zich inspireren door de verschillende bouwstijlen uit het verleden, die men tot een nieuw geheel combineerde. Het werk van de Nederlandse architect P.J.H. Cuypers wordt als representatief voor deze historiserende bouwstijl gezien. Koch moet daar zeker kennis van hebben gehad. Hij had immers met Cuypers samengewerkt aan de restauratie van de Consistoriekamer van de Grote Kerk in Zwolle in de jaren 1896 - 1899. Een voorbeeld van deze eclectische stijl zijn de witte banden, die op de voorgevel van de synagoge afwisseling brengen in het bakstenen muurwerk. Zij vormen een inheems motief dat gangbaar was vanaf de 15e tot en met de 17e eeuw. Daarna komt men dit motief weer veel tegen in de 19e-eeuwse architectuur met burgerlijke of kerkelijke bestemming.

In de synagogebouwkunst van de 19e eeuw vindt men, naast het gebruik van klassicistische motieven, ook vaak een voorkeur voor oriëntaliserende bouwstijlen. In Nederland is de synagoge van Groningen daar het fraaiste voorbeeld van. In de loop van de 19e eeuw vond men deze oosterse bouwstijlen echter niet geschikt meer voor een synagoge. Men realiseerde zich dat de cultuur van de oude Arabieren en Moren in geen relatie stond tot het moderne jodendom. Het idee kwam op dat men in navolging van het verleden een bouwstijl moest hanteren, die meer in overeenstemming was met het regionaal gangbare. Volgens de Ludwig Klasen, auteur van het standaardwerk voor architecten "Grundriss-Vorbilder von Gebäuden für kirchliche Zwecke" uit 1889, is het een eis voor synagogebouw dat de voorgevel het kerkelijk karakter tot uitdrukking brengt. Zo is het niet verwonderlijk dat men teruggreep op regionale sacrale bouwstijlen. De synagoge van Koch is daar een voorbeeld van.

Het zal na dit alles duidelijk zijn dat de Zwolse synagoge, ondanks haar bescheiden karakter, als een historisch monument kan worden beschouwd. En niet alleen vanuit architectuur-historisch oogpunt. Ook en vooral is deze synagoge een monument van het joodse leven zoals dat aan het begin van de 20e eeuw nog volop in Zwolle aanwezig was.

De Zwolse synagoge na de Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werpt tot de dag van heden zijn schaduwen na. Zo ongeschonden als de synagoge - wonderlijk genoeg - door de oorlog en de bezetting is heen gekomen, zo beschadigd en gedecimeerd was de joodse gemeente van Zwolle na afloop van de grote vervolging. Een monumentaal gebouw met een bijna onaangetast interieur stond in 1945 klaar voor een kleine gemeenschap van teruggekeerden. Om het gebouw in de nieuwe situatie te kunnen blijven gebruiken werd de grote synagogezaal verkleind. Achterin werd een wand opgetrokken, die onder het vrouwenbalkon een ruimte voor gemeenteactiviteiten afscheidde. Ook werd er een verlaagd plafond aangebracht, waardoor het gewelf en het vrouwenbalkon definitief aan het oog werden onttrokken. Aldus verbouwd heeft de joodse gemeente veertig jaar lang gedaan wat zij kon om de synagoge te behouden. Maar al deze inspanningen konden niet verhelpen dat het verval langzaam maar zeker voortschreed.

In de jaren na 1980 ging de instandhouding van de synagoge de draagkracht van de joodse gemeente te boven. Om te voorkomen dat het gebouw te zijner tijd in verkeerde handen terecht zou komen, was het in die tijd al op de monumentenlijst gezet. Een subsidie werd toegekend voor een gedeeltelijke restauratie. De buitenkant, de entree en het bijgebouw zouden grondig worden opgeknapt. Maar om de synagoge in haar geheel te doen voortbestaan was een tweedefase-restauratie nodig. Ook toen daarvoor de subsidie werd toegekend, werd een aanzienlijke inspanning van de joodse gemeente en haar sympathisanten gevraagd om de niet subsidiabele kosten te dekken. En dan zou het gebouw alleen nog maar behouden zijn. Hoe moest het vervolgens worden beheerd?

De Stichting "Voortbestaan Synagoge Zwolle"
Tegen deze achtergrond heeft een aantal vrienden van de Joodse Gemeente in overleg met het bestuur van die gemeente het plan opgevat een stichting in het leven te roepen, die het voortbestaan van de synagoge van Zwolle in de toekomst zou moeten bewerkstelligen. Daaruit is in 1985 de Stichting "Voortbestaan Synagoge Zwolle" voortgekomen, waarvan het bestuur sindsdien bestaat uit joodse en niet-joodse Zwollenaren. De stichting stelt zich sindsdien ten doel gelden bijeen te brengen om restauratie en onderhoud van de synagoge mogelijk te maken en om het gebouw op verantwoorde wijze te beheren.

Naast synagoge een cultureel-educatieve bestemming
Tijdens de restauratie van 1984 tot 1989 werden plannen ontwikkeld om de synagoge na de restauratie naast haar godsdienstige functie een culturele en educatieve bestemming te geven. Het sprak daarbij vanzelf dat de Joodse Gemeente te allen tijde over haar synagoge kan beschikken voor haar bijeenkomsten. Maar daarnaast is er gelegenheid gecreëerd in het grote gebouw activiteiten te organiseren op cultureel en educatief gebied, mits die niet in strijd zijn met het karakter van het gebouw. Daarbij gaat het om tentoonstellingen, concerten, lezingen, vergaderingen, cursussen, enz. Op die manier bestaat de synagoge niet alleen voort voor de Joodse Gemeente, maar voor de hele bevolking van de stad Zwolle.

Bron: Madelon Broekhuis, Sigrid Johannisse, Peter van 't Riet (1985). De Synagoge van Zwolle heeft U nodig. Brochure voor werving van donateurs. Stichting Voortbestaan Synagoge Zwolle : Zwolle.